Jaarlijks uitstapje gaat dit jaar naar de orgelzolders en het Houwelingmuseum op dinsdag 19 september 2017


De orgelzolders

 

Het verhaal van de Orgelzolder

In 2006 werd in de Breepleinkerk een bijzondere ontdekking gedaan. Verborgen schuinboven het imposante orgel bleken onderduikruimten te zijn waar in de oorlog zeven joodse mensen verborgen zaten. De bewijzen liggen nog op de houten vloer: verpakkingen van etenswaren, snoeppapiertjes, lucifers, kledingstukken, een blikje met kooltjes, een klein gebroken lampje...

 

Wie waren deze mensen en wie waren hun helpers? Hoe was het om bijna 3 jaar lang te moeten overleven op een koude, donkere zolder en wat dreef hun helpers om hun eigen leven in de waagschaal te leggen voor deze gezinnen?

 

 

 

 

Trouwfoto Rebecca en Maurice
Trouwfoto Rebecca en Maurice

 

Rebecca en Maurice

In 1942 werden de 17-jarige Rebecca Andriesse en haar 25-jarige verloofde Maurice Kool opgeroepen om naar Duitsland te gaan. Ze trouwden snel en via de opa van Rebecca konden ze onderduiken in de Breepleinkerk. Koster Jacobus de Mars maakte naast het orgel, op de zolder, een schuilplaats die bereikbaar was via een laddertje en een ‘onzichtbaar’ luik. Haar opa, evenals veel familieleden, slaagde er zelf niet in onder te duiken en is na deportatie nooit meer teruggekeerd.

 

 

Meijer en Ida Kool, de ouders van Maurice, hadden een stoffenwinkel aan de Beijerlandselaan. Omdat ze - als joden - geen zaken meer mochten doen, besloten ze om ook onder te duiken. Ook zij konden terecht op de orgelzolder. Overdag waren de onderduikers vaak beneden in de kosterswoning, maar ’s avonds of bij gevaar moesten ze naar boven en sliepen ze op de koude zolder. Ook op zondag als de kerk vol zat, waren ze op zolder.

 

 

Chaim en Fifi

Een half jaar later werden in de zolderruimte aan de andere kant van het orgel nog twee mensen ondergebracht: het apothekersechtpaar Chaim en Fifi de Zoete. Hun drie dochters konden terecht bij pleeggezinnen. Een van de meisjes zat ondergedoken op de Lede en kon na de dienst op zondag door haar ouders bespied worden, wat de hoop in stand hield.

 

Kerk aan het Breeplein in Rotterdam
Kerk aan het Breeplein in Rotterdam

 

 

 

 

Via het Rotterdamse verzet was er lange tijd voldoende eten voor alle mensen van de schuilplaats en de kosterswoning. Rebecca raakte zwanger en begin januari 1944 beviel ze van een zoon. Oogarts dr. Leo Lasley en verpleegster Riet Dekkers assisteerden bij de bevalling. Het jongetje werd vernoemd naar de koster en zijn opa en kreeg als roepnaam Emile. Voor ieders veiligheid bleef de baby beneden in de kosterswoning.

 

 

 

 

 

 

Chaim en Fifi
Chaim en Fifi

 

 

 

Overleefd!

Annie, de dochter van de koster, kwam na Dolle Dinsdag in september 1944, samen met haar man en hun eenjarige baby inwonen bij haar ouders. Er waren nu nog meer monden te voeden. Drie weken voor het einde van de oorlog werd de koster bij een grote overval op de kerk (razzia) opgepakt en dreigde alle onderduikers alsnog ontdekt te worden. ‘Al slaan ze mijn man dood, hij zal jullie nooit verraden’, sprak zijn vrouw vastberaden; en dat deed hij ook niet. Drie weken later was Nederland bevrijd en waren alle onderduikers veilig…iedereen had het overleefd. Het verhaal van de orgelzolders is een verhaal vol wonderen en gelukkige toevalligheden, moed en hoop, een verhaal met een gelukkige afloop.

 

 

 



Bekijk alvast onderstaande video


Bezoek aan het Houwelingenmuseum

 

 

Een bezoekje aan het Houweling Telecommuseum.

Oké, eerlijk is eerlijk, als je voor de deur staat van dit museum wordt je niet meteen enthousiast. Een meer functioneel dan mooi industrieel gebouw uit 1923 ingesloten tussen woonblokken en wat andere nutsvoorzieningen. Maar schijn bedriegt. Het gebouw is destijds gebouwd als telefooncentrale voor Rotterdam Noord en is dat tot op de dag van vandaag nog steeds. Echter, sinds de digitalisering valt er aan de moderne telefooncentrale niet veel meer te bewonderen. Deze bevindt zich dan ook op de bovenste verdieping. Onttrokken aan de ogen van de bezoeker.

Echter, de rest van het gebouw is een heuse stap terug in de tijd. Hier zijn een aantal enthousiaste vrijwilligers met veel passie bezig de historie van het fenomeen telefoneren zichtbaar,  hoorbaar en beleefbaar te houden voor het nageslacht.

De meesten van hen zijn hun hele leven werkzaam geweest in deze sector met als gevolg dat de oude mechanische centrales van weleer het nog gewoon doen.

 

 

 

 

 

U ziet dus daadwerkelijk wat er allemaal in beweging gezet werd als u, nog niet eens zo gek lang geleden, een telefoontje pleegde waarbij je nog letterlijk het nummer moest draaien.

Voor de volwassenen onder ons is het een stukje nostalgie, maar de techniek die hier achter schuilt zal iedereen doen verbazen. En nee, het staat niet achter glas, en u wordt deskundig rondgeleid door één van de vrijwilligers.

 

Kortom, een leuk en leerzaam uitstapje voor jong en oud en daarom is het Houweling Telecommuseum het enig echte telefoonmuseum in Nederland. We tonen de volledige geschiedenis van de Rotterdamse telefonie van 1880 tot heden en we hebben nog vele werkende antieke telefooncentrales. Het streven is om de apparatuur werkend ten toon te stellen. Ook voor kinderen tot 14  jaar is er veel te zien en kan er naar hartenlust gebeld en getelext worden. Het museum is gevestigd in de telefooncentrale Noord, gebouwd in 1923 onder architectuur van de Amsterdamse School en in opdracht van de gemeente Rotterdam.

 

 


Telefoon aan een draadje
Telefoon aan een draadje

Na het bezoek aan de orgelzolders is er een gezamenlijke lunch in buurthuis de Brink in Vreewijk.

Dit is bij het dagprogramma inbegrepen. 

 

Na het dagprogramma is er weer de gelegenheid om facultatief deel te nemen aan het Chinees buffet.

Aanmelden voor dit evenement is gesloten.